LECTIONARIUM
van de
TRIDENTIJNSE MIS
Introibo
V. Ik zal ingaan tot het altaar Gods. R. Tot God die mijn jeugd verblijdt. V. God, schaf mij recht, kom tegen een goddeloos volk voor mij op, verlos mij van de boze en bedrieglijke mens. R. Want Gij, o God, zijt mijn sterkte; waarom hebt Gij mij verstoten, en waarom wandel ik in droefheid, terwijl de vijand mij verdrukt? V. Zend uw licht uit en uw waarheid; zij zullen mij geleiden en voeren op uw heilige berg en in uw tenten. R. En ik zal ingaan tot het altaar Gods; tot God die mijn jeugd verblijdt. V. Ik zal U loven op de citer, God, mijn God; waarom zijt gij bedroefd, mijn ziel, en waarom ontstelt gij mij? R. Vertrouw toch op God: dan zal ik Hem eens mogen danken als mijn Helper en God! V. Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. R. Zoals het was in het begin en nu, en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen. V. Ik zal ingaan tot het altaar Gods. R. Tot God die mijn jeugd verblijdt. V. Onze hulp is in de naam van de Heer. R. Die hemel en aarde gemaakt heeft.
P. Introibo ad altare Dei. S. Ad Deum qui lætificat juventutem meam. P. Judica me, Deus, et discerne causam meam de gente non sancta: ab homine iniquo, et doloso erue me. S. Quia tu es, Deus, fortitudo mea: quare me repulisti, et quare tristis incedo, dum affligit me inimicus? P. Emitte lucem tuam, et veritatem tuam: ipsa me deduxerunt, et aduxerunt in montem sanctum tuum, et in tabernacula tua. S. Et introibo ad altare Dei: ad Deum qui lætificat juventutem meam. P. Confitebor tibi in cithara, Deus, Deus meus: quare tristis es, anima mea, et quare conturbas me? S. Spera in Deo, quoniam adhuc confitebor illi: salutare vultus mei, et Deus meus. P. Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto. S. Sicut erat in principio et nunc, et semper, et in sæcula sæculorum. Amen. P. Introibo ad altare Dei. S. Ad Deum qui lætificat juventutem meam. P. Adjutorium nostrum in nomine Domini. S. Qui fecit cælum et terram.