LECTIONARIUM
van de
TRIDENTIJNSE MIS
Christus Koning
De brief aan de Kolossenzen 1:12-20 Dat gij den Vader moogt danken, die u in staat heeft gesteld, om deel te nemen aan de erfenis der heiligen in het licht. Hij heeft ons uit de macht der duisternis bevrijd en ons overgebracht naar het Rijk van zijn geliefden Zoon, door wien we de verlossing hebben verkregen, de vergiffenis der zonden. Deze is het Beeld van den onzichtbaren God, de Eerstgeborene van gans de schepping. Want in Hem werd alles geschapen, wat in de hemel is en op de aarde, de zichtbare en onzichtbare dingen, Tronen, Heerschappijen, Overheden en Machten. Alles is geschapen door Hem en voor Hem; Hij is vóór alles, en alles bestaat in Hem. Hij is ook het Hoofd van het Lichaam, de Kerk; Hij is het begin, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in alles de Eerste zou zijn. Want in Hem heeft de ganse Volheid van God willen wonen, en door Hem alles met Zich willen verzoenen: alles wat op aarde is en in de hemel: nadat Hij vrede had gebracht door het Bloed van zijn Kruis.
Het Evangelie volgens Johannes 18:33-37 Nu ging Pilatus weer het rechthuis binnen, riep Jesus, en sprak tot Hem: Zijt Gij de koning der Joden? Jesus antwoordde: Zegt ge dit uit uzelf, of hebben anderen u dit van Mij gezegd? Pilatus antwoordde: Ben ik soms een Jood? Uw volk en de opperpriesters hebben U aan mij overgeleverd. Wat hebt Gij gedaan? Jesus antwoordde: Mijn koninkrijk is niet van deze wereld. Indien mijn koninkrijk van deze wereld was, dan zouden mijn dienaars zich te weer hebben gesteld, opdat Ik niet aan de Joden werd overgeleverd; maar mijn koninkrijk is niet van hier. Pilatus zei Hem: Gij zijt dan toch koning? Jesus antwoordde: Gij zegt het; Ik ben koning. Ik ben geboren en in de wereld gekomen, juist om te getuigen voor de waarheid. Alwie uit de waarheid is, luistert naar mijn stem.