INHOUDSTAFEL | LEZINGEN VAN VANDAAG

LECTIONARIUM

van de

TRIDENTIJNSE MIS

Geboorte van de H. Johannes de Doper

Jesaja 49:1-3,5,6,7 Eilanden, luistert naar Mij; Hoort aandachtig, verre volken: Jahweh heeft van mijn geboorte af Mij geroepen, Van de moederschoot af mijn naam genoemd. Hij maakte mijn mond een vlijmend zwaard, Hield Mij in de schaduw van zijn hand verborgen; Hij wette Mij tot een scherpe pijl, En stak Mij weg in zijn koker. Hij sprak tot Mij: Gij zijt mijn Dienaar, Door wien Ik Mij glorie bereid. Zo werd Ik geëerd in de ogen van Jahweh, En mijn God was mijn kracht. Maar nu spreekt Jahweh, Die tot zijn Dienaar Mij vormde van de moederschoot af, Om Jakob tot Hem terug te brengen, En Israël voor Hem te verzamelen: Hij spreekt: Het is te gering, mijn Dienaar te zijn, Om Jakobs stammen op te richten en Israëls resten terug te brengen: Ik stel U tot Licht voor de heidenen, Om mijn heil te doen reiken tot de grenzen der aarde! Zo spreekt Jahweh, Israëls Heilige en Verlosser, Tot Hem, die door het volk wordt veracht en verfoeid, Tot den slaaf der tyrannen! Koningen rijzen omhoog, wanneer ze U zien, En vorsten werpen zich neer; Omdat Jahweh getrouw is, Israëls Heilige U uitverkoos!

Het Evangelie volgens Lucas 1:57-68 Zo kwam voor Elisabet de tijd van haar moederschap, en ze baarde een zoon. Haar buren en familie hoorden, dat de Heer haar grote barmhartigheid had betoond, en ze deelden in haar vreugde. Op de achtste dag kwam men het kind besnijden, en men wilde het Zakarias noemen, naar de naam van zijn vader. Maar zijn moeder nam het woord en sprak: Neen, Johannes zal hij heten. Ze zeiden haar: Er is niemand in uw familie, die deze naam heeft. Nu gaven ze zijn vader een teken, hoe hij hem wilde noemen. Hij vroeg een schrijfbordje, en schreef: Zijn naam is Johannes. Allen waren er over verwonderd. Maar op hetzelfde ogenblik ging zijn mond en tong los; hij sprak, en zegende God. Al hun buren werden met ontzag vervuld, en in heel het bergland van Judea werden al deze dingen besproken. Allen, die het hoorden, dachten er over na, en zeiden: Wat zal er toch worden van dat kind? Waarachtig, de hand des Heren was met hem! En zijn vader Zakarias, vervuld van den Heiligen Geest, profeteerde en sprak: Geloofd zij de Heer, Israëls God! Want Hij heeft zijn volk bezocht en verlost,