INHOUDSTAFEL | LEZINGEN VAN VANDAAG

LECTIONARIUM

van de

TRIDENTIJNSE MIS

Negende zondag na Pinksteren

De eerste brief aan de Korintiërs 10:5-13 Toch heeft God in de meesten van hen geen welbehagen gehad, want ze werden neergeveld in de woestijn; en dit is geschied als voorafbeelding voor ons, opdat wij geen begeerte naar het kwade zouden hebben, zoals zij dat hebben gehad. Weest ook geen afgodendienaars, zoals sommigen van hen; gelijk geschreven staat: “Het volk zat neer, om te eten en te drinken, en men ging zich vermaken.” Laten we ook geen ontucht bedrijven, zoals sommigen van hen ontucht bedreven; en op één dag vielen er drie en twintig duizend. Tarten we ook den Heer niet, zoals sommigen van hen hebben gedaan; en ze kwamen om door de slangen. Mort ook niet, zoals sommigen van hen hebben gemord; en ze werden uitgeroeid door den verderfengel. Dit alles nu overkwam hun als een voorafbeelding voor ons, en het werd opgeschreven tot waarschuwing voor ons, die het einde der tijden beleven. Dus, wie meent te staan, zie toe, dat hij niet valt! Gij hebt geen bovenmenselijke bekoring te doorstaan gehad. God is getrouw; Hij zal niet toelaten, dat gij boven uw krachten bekoord wordt, maar met de bekoring zal Hij ook het middel geven, om ze te kunnen doorstaan.

Het Evangelie volgens Lucas 19:41-47 En toen Hij de stad naderde en haar zag, weende Hij over haar, en sprak: Ach, mocht ook gij op deze dag nog erkennen, wat u tot vrede strekt; maar dat is thans voor uw ogen verborgen! Waarachtig, er zullen dagen over u komen, dat uw vijanden een wal om u werpen, u omsingelen, en u van alle kanten benauwen; dat ze u zullen verdelgen, u en uw kinderen, die in u wonen; en dat ze bij u geen steen op de andere zullen laten, omdat ge uw tijd van ontferming niet hebt erkend. Toen trad Hij de tempel binnen, en begon er de kooplieden uit te drijven. Hij zei hun: Er staat geschreven: “Mijn huis is een huis van gebed; maar gij hebt er een rovershol van gemaakt”. Nu leerde Hij dagelijks in de tempel. Maar de opperpriesters, schriftgeleerden en de hoofden van het volk zochten Hem te doden.