LECTIONARIUM
van de
TRIDENTIJNSE MIS
Veertiende zondag na Pinksteren
De brief aan de Galaten 5:16-24 Ook zeg ik u: leeft naar de geest, dan zult gij niet de begeerten inwilligen van het vlees. Want het vlees begeert tegen de geest, en de geest tegen het vlees; ze staan vijandig tegenover elkaar, zodat gij niet doet, wat gij zoudt willen. Indien gij u door de geest laat leiden, dan valt gij niet onder de Wet. Welnu, de werken van het vlees zijn bekend: ontucht, onreinheid en losbandigheid; afgoderij en toverij; vijandschap, twist, afgunst, gramschap, partijzucht, verdeeldheid, scheuring, en nijd; dronkenschap, brasserij en dergelijke; en ik waarschuw u, zoals ik het ook vroeger deed: wie zo iets doet, zal het koninkrijk Gods niet beërven. Maar de vrucht van de geest is: liefde, blijdschap en vrede; lankmoedigheid, welwillendheid en goedhartigheid; betrouwbaarheid, zachtmoedigheid en gematigdheid. En tegen dit alles is de Wet niet gericht. Welnu, zij die Christus toebehoren, hebben het vlees gekruisigd met zijn driften en begeerten.
Het Evangelie volgens Matteüs 6:24-33 Niemand kan twee heren dienen; hij zal of den een haten en den ander beminnen, of den een aanhangen en den ander verachten. Gij kunt God niet dienen en de mammon. Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd voor uw leven, wat gij zult eten of drinken; noch voor uw lichaam, waarmee gij u zult kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam niet meer dan de kleding? Ziet de vogels in de lucht; ze zaaien noch maaien, en verzamelen niet in schuren; en toch voedt ze uw hemelse Vader. Zijt gij niet meer waard dan zij? En wie van u kan door zijn tobben een el toevoegen aan zijn levensweg? En wat zijt gij over kleding bekommerd? Denkt aan de lelies op het veld, hoe ze groeien; ze werken niet, en spinnen niet. En toch zeg Ik u, dat zelfs Sálomon in al zijn heerlijkheid niet gekleed was als een van deze. Als God nu het kruid op het veld, dat vandaag nog bestaat en morgen in de oven wordt geworpen, zó aankleedt, hoeveel te meer dan u, kleingelovigen? Weest dus niet bezorgd, en zegt niet: wat zullen we eten, of wat zullen we drinken, of waarmee zullen we ons kleden? Hiernaar toch vragen de heidenen; uw hemelse Vader weet, dat gij dit allemaal nodig hebt. Maar zoekt eerst het rijk Gods en zijn gerechtigheid, en dit alles zal u worden geschonken als toegift.