LECTIONARIUM
van de
TRIDENTIJNSE MIS
Zaterdag in de vierde week van de Vasten
Jesaja 49:8-15 Zo spreekt Jahweh: Ik verhoor U in de tijd der genade, En sta U bij op de dag van het heil; Ik heb U gevormd en bestemd Tot een Verbond met het volk: Om het land weer op te richten, De braak liggende erven te verdelen; Om tot de gevangenen te zeggen: Trekt uit! Die in duisternis zitten: Komt tot het licht! Langs alle wegen zullen ze weiden, Op iedere rots hun grasveld vinden; Ze zullen honger lijden noch dorst, Geen verzengende wind of zon zal ze kwellen! Want hun Ontfermer zal ze geleiden, Ze naar de waterbronnen voeren; Van al mijn bergen maak Ik een weg, En al mijn paden worden gebaand! Zie, de één komt uit het oosten, De andere komt uit het noorden, Anderen weer uit het westen, Anderen uit het land der Sinieten: Jubelt, hemelen, verheugt u, aarde, Bergen, barst in juichkreten los; Want Jahweh ontfermt zich over zijn volk, Heeft medelijden met zijn ellende! Maar Sion zegt: Jahweh heeft mij verlaten, De Heer mij vergeten! Kan dan een vrouw soms haar kindje vergeten, Zich niet ontfermen over den zoon van haar schoot? En al zou ook zij het vergeten, Ik, Ik vergeet u nooit!
Het Evangelie volgens Johannes 8:12-20 Een ander maal richtte Jesus het woord tot hen, en sprak: Ik ben het licht der wereld. Wie Mij volgt, zal niet in de duisternis wandelen, maar het licht des levens bezitten. Maar de farizeën zeiden tot Hem: Gij getuigt over Uzelf; uw getuigenis is dus niet geldig. Jesus antwoordde hun, en sprak: Ook als Ik over Mijzelf getuig, is mijn getuigenis geldig; want Ik weet, vanwaar Ik gekomen ben en waarheen Ik ga; maar gij weet niet, vanwaar Ik kom, en waarheen Ik ga. Gij oordeelt naar het vlees: Ik oordeel niemand. Maar al zou Ik ook oordelen, dan zou mijn oordeel geldig zijn; want Ik ben niet alleen, maar met Mij is de Vader, die Mij heeft gezonden. Welnu, in uw Wet staat geschreven: het getuigenis van twee mensen is geldig. Ik ben het, die over Mijzelf getuig; maar ook de Vader, die Mij gezonden heeft, getuigt over Mij. Ze zeiden Hem dan: Waar is uw Vader? Jesus antwoordde: Gij kent noch Mij, noch mijn Vader; zo gij Mij zoudt kennen, dan zoudt gij ook mijn Vader kennen. Deze woorden sprak Jesus bij de schatkamer, tijdens zijn onderricht in de tempel. En niemand nam Hem gevangen, omdat zijn uur nog niet was gekomen.